Het eerste wat ik dacht toen ik Davy B. voor de allereerste keer zag was dat hij vroeger gepest werd op school. Vandaag draagt Davy B. een Jarhead-kapsel, een stropdas en een franjeloze bril in staal. Hij staart mij koelbloedig aan van op pagina acht van het gratis Metro-krantje dat ik deze morgen met half ontdooide vingers uit de stapel plukte. Davy B. wil heel graag zorg dragen voor mijn rendement. Wat uitzonderlijk vriendelijk van hem is. Hij vertelt mij dat het geen goed idee is om mijn portefeuille uitsluitend in te vullen met die activaklasse waarvan ik denk dat zij het beste rendement op lange termijn zal bieden. Hij waarschuwt mij voor het feit dat de financiële markten soms wispelturig zijn en niet altijd voorspelbaar. Een tautologie die gewetens sust.
Zijn bezorgdheid over mijn klemtoon is aandoenlijk. Blijkbaar moet die vooral schommelen tussen aandelen of obligaties. Mijn financiële groei zou afhangen van kennis, durf en ervaring. Maar opgelet: het is nooit een exacte wetenschap! Een beetje als het leven zelf, quoi. Spreiden en niet al mijn eieren in één mand leggen, dat is wat mijn nieuwe vriend mij op het hart drukt. We kennen elkaar nog maar pas en toch stel ik vast dat ik al een beetje medelijden heb met Davy B.
Niet omdat ik hem in mijn hoofd tot karikatuur degradeer.
Vooral omdat ik vermoed dat Davy B. heel zijn leven rond eieren zal draaien.
Altijd rond eieren. Nooit rond kippen of kuikens. Of zo.