Het Huus van de Taol is het Drentse taalinstituut dat zich bezighoudt met het Nedersaksisch. Naar aanleiding van mijn vorige post over de erkenning van het Nedersaksisch, sprak ik met Abel Darwinkel, streektaalfunctionaris en taalonderzoeker bij het Huus van de Taol.
Het Fries heeft wel die erkenning in deel II, wat is nu concreet het verschil tussen een erkenning in deel II of deel III?
De Friese taal is wel erkend in het derde deel, en daar zijn zo’n honderd mensen aan het werk in die taal. Die banen zijn ontstaan doordat het Fries die erkenning heeft. Hier in het Huus van de Taol zijn dat er maximaal zes. Het heeft ook een wel te maken met de taaltrots. De Friezen houden vaker en langer vast aan hun eigen taal dan de Nedersaksen. In de praktijk is er gewoon meer mogelijk, mensen kunnen de taal vaker en meer gebruiken.
Het Nedersaksisch is in Nederland erkend onder deel II, is er in de toekomst kans op erkenning onder deel III?
Het is niet zo dat het Nedersaksisch overal onder deel II staat. In Duitsland wordt het Nedersaksisch wel onder deel III van het Europees handvest voor de regionale talen of talen van minderheden erkend.
Waarom dan niet in Nederland?
Dat heeft vooral te maken met onwil van de overheid. In 1996 is er bepaald wie er onder welk deel erkend werd. Voor het Nedersaksisch was het voorlopig deel II. Ze gaven een aantal voorwaarden waar de taal aan moest voldoen. In totaal zijn er zo’n 55 voorwaarden, en als je aan 35 daarvan voldoet, zou er sprake zijn van een erkenning onder deel III. Dus de provincies zijn aan de slag gegaan. In elke provincie moest er een instituut komen voor de streektaal. In Drenthe is dat dus het Huus van de Taol geworden. Momenteel voldoen alle provincies aan de gestelde regeltjes, maar er is toch iets of iemand die het tegenhoudt. Er wordt gefluisterd dat er ergens een hogere ambtenaar is die het tegenhoudt, maar wie of waarom weet niemand. De overheid lijkt vooral bang te zijn dat het extra geld gaat kosten, maar dat is helemaal niet zo.
Kunnen de Nedersaksen zich er niet gewoon bij neerleggen?
Dat is wel jammer voor al die mensen die zich al bijna twintig jaar hard maken voor die erkenning van het Nedersaksisch. Als we heel eerlijk zijn, moet die erkenning makkelijk binnen te halen zijn, we voldoen immers aan alle eisen. Het is ook een beetje een principekwestie. De overheid komt haar beloftes van twintig jaar geleden gewoon niet na. Laatst kwam minister Plasterk met het argument dat dan alle Twentse studenten konden eisen dat hun boeken in het Twents vertaald werden. In de praktijk zal dit heus niet zo zijn. De Friezen doen dit toch ook niet?
Gaat het dan ooit nog lukken?
Op een gegeven moment zijn alle tegenargumenten ontkracht en kan de overheid niet anders. Met een beetje doorzettingsvermogen kan het dus wel. Erkenning in het tweede deel is gewoon niet genoeg. Zoals ze dat in Drenthe zeggen, half stront, half regenwater…